Het onderwijs op onze school leren we zoveel mogelijk in samenhang en bestaat uit twee hoofdlijnen. De basisvakken zoals rekenen, taal, lezen, spelling, etc. en wereldoriëntatie, waarbij verschillende vakken samenkomen en de opgedane kennis en vaardigheden uit de basisvakken wordt toegepast.
Hoe ziet dat eruit bij ons op school?
Rekenen, lezen en spelling
Bij deze vakken geven de leerkrachten instructie aan de jaargroepen, op verschillende niveaus om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de individuele instructiebehoeften van de kinderen. De leerkrachten leggen uit en in interactie met de kinderen wordt de leerstof eigen gemaakt. Sommige kinderen hebben hierbij meer begeleiding en oefening nodig, andere juist minder waardoor tijd overblijft om te besteden aan verdieping of verrijking.
Wereldoriëntatie
Naast de basisvakken werken we aan wereldoriëntatie. We werken, meestal in de middag, aan projectonderwijs waarin we de zaakvakken (aardrijkskunde, biologie, natuur, geschiedenis, techniek, beeldende vorming, muziek en drama) zoveel mogelijk in samenhang aanbieden en waar we een link leggen tussen deze onderwerpen in de 'echte' wereld en het geleerde uit de basisvakken van ons onderwijs. Bij dit projectonderwijs betrekken we ook ons woordenschatonderwijs en leren kinderen onderzoeken en presenteren. Ook komen onderwerpen als burgerschapsvorming en het werken aan de 21e-eeuwse vaardigheden, ruimschoots aan bod.
Voor ons projectonderwijs maken we gebruik van Faqta. Een digitale methode voor projectonderwijs die ons de nodige structuur geeft in het ontwerpen van de lessen, maar ook voldoende vrijheid geeft om aan te sluiten bij onze eigen inzichten en dat wat er in de groepen ontstaat.