Met het Leerlingvolgsysteem (LVS) volgen we de individuele ontwikkeling van de kinderen. Het LVS kijkt naar 17 aspecten van ontwikkeling, zoals motoriek, relaties met anderen, ruimtelijke oriëntatie en visuele en auditieve waarneming.
De kinderen worden gevolgd vanaf 4,5 jaar tot ongeveer 6,5 jaar. Elk half jaar worden de kinderen opnieuw ‘onderzocht’. Het onderzoek vindt plaats in de klas door de leerkracht. Het onderzoek bestaat uit spelletjes, opdrachten en gesprekjes aangaande het ontwikkelingsaspect.
Ouders krijgen tijdens het 10 minuten gesprek informatie over de voortgang van hun kind. De resultaten van het onderzoek worden dan besproken.